Hoe gebruik je de kenmerken van de zorgvrager: individu, leefeenheid of gemeenschap?
Een gezondheidsprobleem of een zorgvraag heet in Omaha System ‘aandachtsgebied’. Per aandachtsgebied voeg je kenmerken toe om de zorgvraag zo goed mogelijk te beantwoorden. Er zijn twee soorten kenmerken. Namelijk wie is de zorgvrager en wat voor soort zorgvraag is het? Voor de zorgvrager kies je dan voor: individu, leefeenheid of gemeenschap. Voor de zorgvraag kies je voor: actueel, potentieel of gezondheidsbevordering.
Onze ervaring is dat in de zorgplannen de kenmerken ‘individu’ en ‘actueel’ en de daarbij horende signalen en symptomen het meest gebruikt worden. In het zorgplan staat dus meestal de zorgvraag die één persoon, de cliënt, op dit moment heeft. Logisch, zo zijn we gewend te werken. Eerst de zorg verlenen op de vragen die de client op dit moment stelt.
Hoe kan je de andere kenmerken gebruiken en wanneer gebruik je die kenmerken? In dit artikel verdiepen we ons met behulp van een casus de kenmerken die gaan over wie de zorgvrager is in relatie tot het aandachtsgebied. Kenmerken die aangeven wie de zorgvrager is zijn:
-
-
De leefeenheid, bijvoorbeeld het gezin.
-
De gemeenschap, de buurt of wijk waar iemand woont.
Casus mevrouw Lenselink
Als voorbeeld voor het gebruiken van de kenmerken ‘individu’, ‘leefeenheid’ of ‘gemeenschap’ nemen we de casus van mevrouw Lenselink. De wijkverpleegkundige kiest ervoor te beginnen met de aandachtsgebieden: 'persoonlijke zorg', 'omgevingshygiëne', 'medicatie' en 'geestelijke gezondheid'. De aandachtsgebieden ‘persoonlijke zorg’ en ‘medicatie’ betreffen alleen mevrouw. Dus deze krijgen het kenmerk ‘individu’. De aandachtsgebieden ‘omgevingshygiëne’ en ‘geestelijke gezondheid’ betreffen ook de echtgenoot. Daarom krijgen deze het kenmerk ‘leefeenheid’.
De wijkverpleegkundige zegt op een later moment aan de slag te willen gaan met de onderwerpen 'ongezonde leefstijl' en 'tekort aan kennis over hartfalen'. Voor deze aandachtsgebieden heb je ook te maken met de echtgenoot, want ook de echtgenoot zal betrokken moeten worden bij deze zorg. Bij deze aandachtsgebieden kies je dan het kenmerk ‘leefeenheid’.
Wanneer er in je wijk/buurt meer cliënten wonen die bijvoorbeeld willen stoppen met roken of informatie nodig hebben over hartfalen, kan er hiervoor een bijeenkomst worden georganiseerd in het gezondheidscentrum of buurthuis. Je geeft deze aandachtsgebieden dan het kenmerk ‘gemeenschap’. Want het betreft meerdere cliënten die in je wijk/buurt wonen. Zo zal je zien dat je ook de zorg die je voor de huisgenoten of omgeving van de cliënt geeft, ook kan vast leggen in Omaha System.
Hoe gebruik je de kenmerken van de zorgvrager: actueel, potentieel of gezondheidsbevordering?
Een gezondheidsprobleem of een zorgvraag heet in Omaha System ‘aandachtsgebied’. Per aandachtsgebied voeg je kenmerken toe om de zorgvraag zo goed mogelijk te beantwoorden. Er zijn twee soorten kenmerken. Namelijk wie is de zorgvrager en wat voor soort zorgvraag is het? Voor de zorgvrager kies je dan voor: individu, leefeenheid of gemeenschap. Voor de zorgvraag kies je voor: actueel, potentieel of gezondheidsbevordering. In dit artikgel gaan we in op de kenmerken van de zorgvrager.
Onze ervaring is dat in de zorgplannen de kenmerken ‘individu’ en ‘actueel’ en de daarbij horende signalen en symptomen het meest gebruikt worden. In het zorgplan staat dus meestal de zorgvraag die één persoon, de cliënt, op dit moment heeft. Logisch, zo zijn we gewend te werken. Eerst de zorg verlenen op de vragen die de client op dit moment stelt.
Hoe kan je de andere kenmerken gebruiken en wanneer gebruik je die kenmerken? In dit artikel verdiepen we ons in de kenmerken die gaan over wat de zorgvraag is in relatie tot het aandachtsgebied. Kenmerken die aangeven wat voor soort zorgvraag het is zijn:
-
Actueel probleem: de cliënt heeft op dit moment een zorgvraag die nu opgelost moet worden. Er zijn signalen en symptomen aanwezig.
-
Potentieel probleem: het probleem speelt niet nu, maar de cliënt loopt een risico waardoor er een zorgvraag kán ontstaan. Er zijn nog geen signalen of symptomen aanwezig.
-
Gezondheidsbevordering: de cliënt heeft nu geen zorgvraag, maar er zijn mogelijkheden om de gezondheid van de cliënt te verbeteren. Er zijn geen signalen of symptomen aanwezig.
Casus mevrouw Lenselink
Als voorbeeld voor het gebruiken van de kenmerken ‘actueel, potentieel of gezondheidsbevordering’ nemen we de casus van mevrouw Lenselink. De wijkverpleegkundige kiest ervoor te beginnen met de aandachtsgebieden: 'persoonlijke zorg', 'omgevingshygiëne', 'medicatie' en 'geestelijke gezondheid'. Van al deze aandachtsgebieden zijn er signalen en symptomen aanwezig, daarom hebben deze allemaal het kenmerk ‘actueel’.
De wijkverpleegkundige zegt op een later moment aan de slag te willen gaan met de onderwerpen 'ongezonde leefstijl' en 'tekort aan kennis over hartfalen'. Deze informatie kan wel al nu worden vastgelegd in het zorgplan. Voor de ‘ongezonde leefstijl’ bestaat er een risico dat er signalen en symptomen komen op het gebied van 'mondgezondheid'. Want door het vele roken en chronisch hartfalen is bekend dat er mond- en gebitsproblemen kunnen ontstaan. Je kiest daarom bij het aandachtsgebied 'mondgezondheid' voor het kenmerk ‘potentieel’.
Voor het tekort aan kennis over hartfalen wil de wijkverpleegkundige informatie geven aan mevrouw. De wijkverpleegkundige kan kiezen voor het aandachtsgebied 'fysieke activiteit' om preventieve maatregelen in te zetten. Bij het aandachtsgebied 'fysieke activiteit' kies je dan ook het kenmerk ‘potentieel’. Wanneer bij een evaluatiemoment blijkt dat er wél signalen en symptomen aanwezig zijn, verandert het kenmerk van ‘potentieel’ naar ‘actueel’. Zo zal je zien dat je ook de zorg die preventief en zorg die je in de toekomst wil gaan geven ook kan vast leggen in Omaha System.
Gezondheidsbevordering is een kenmerk wat nog niet vaak gebruikt wordt in Nederland. Je zou gezondheidsbevordering kunnen gebruiken wanneer je in een wijkcentrum voorlichting gaat geven over veiligheid in de wijk. Dit gebeurt dan vaak in samenwerking met andere instanties. Wanneer jouw cliënt deze bijeenkomsten bezoekt kan je dit vastleggen onder aandachtsgebied 'buurt/werkplek veiligheid' met als kenmerk ‘gezondheidsbevordering’.